Coverafbeelding Small Faces - The Universal
  • Statistieken
  •   6 weken
  •   14 piekpositie
  •   107 punten
  •   1968

Artiestinformatie

Land   Verenigd Koninkrijk

De leden van The Small Faces waren: Steve Marriott, Ronnie Lane, Kenney Jones en Jimmy Winston.

In het voorjaar van 1966 hadden ze hun eerste grote hit vast in Engeland met Sha-La-La-La-Lee, een nummer van Mort Shuman dat ook de Top 40 bereikte met een 31e plaats als hoogste notering . In de zomer van dat jaar piekte hun populariteit toen All or Nothing de top van de Britse hitlijsten haalde, achteraf gezien hun enige nummer 1-hit in eigen land en een 2e plaats in de Top 40.



Hun eerste album, Small Faces, kwam ook uit in 1966 en bleek erg succesvol te zijn. Begin 1967 ruilden ze Decca Records in voor het Immediate Records label van Rolling Stones-producer Andrew 'Loog' Oldham. In de fameuze Summer of Love brachten ze het nummer uit waar ze nog altijd bekend om zijn: Itchycoo Park. Dit psychedelische lied werd vooral gekenmerkt door een pril gebruik van phasing. De opvolger Tin Soldier gaat door als een van de krachtigste rocksongs aller tijden.



In 1968 kwam hun inmiddels vierde album uit, Ogdens' Nut Gone Flake, waarvan een kant was gebaseerd op een sprookje. Het album kreeg uitstekende kritieken, behaalde in Engeland de eerste plaats en zorgde zo voor een tweede hoogtepunt in hun carrière. Op het album kwam ook de eerder al succesvolle hitsingle Lazy Sunday te staan dat in Nederland de 1e plaats bereikte.

Het succes nam daarna geleidelijk af en diverse bandleden verlieten de groep. Toen Steve Marriott in 1969 plotseling de band verliet om, met onder anderen Peter Frampton (ex-The Herd), de supergroep Humble Pie op te richten, probeerden de overige leden de Small Faces voort te zetten en rekruteerden daartoe Rod Stewart en Ron Wood. Kort daarna veranderden ze hun naam in de Faces. In de eerste helft van de jaren zeventig scoorden ze, vooral live, heel veel succes. Rod Stewarts solocarrière kwam stilletjes aan meer en meer op de voorgrond..

De meeste nummers van de Small Faces werden geschreven door zanger-gitarist Steve Marriott en bassist Ronnie 'Plonk' Lane. Deze talentrijke tandem is al geruime tijd overleden: Steve Marriott kwam om in een huisbrand in 1991, Ronnie Lane stierf in 1997 aan multiple sclerose. Eind 2014 overleed toetsenist Ian McLagan ten gevolge van een beroerte.


Songtekst

There's such a lot of good ways to be bad
And so many bad ways to be good
And they might rent it
I hate to tell them: sorry, but I haven't got the money anymore

Just for the day I thought I'd leave love alone
Hold hands with day
And if I'm so bad
Why don't they take me away

Just like what you hear with a shell pressed to your ear
That's the sea in the trees in the morning
And on the universal
Good morning, Steve, well you won't believe me today

Working doesn't seem to be the perfect thing for me
So I continue to play
And if I'm so bad
Why don't they take me away

Well, a hippy-trippy name dropper came through my door
He said, I just bumped into Mick, he told me you know where to score
No, not me, friend
I mind my own and my own minds me

Well, my love is at the foot of your hand
Come what may
But if June comes first
Please, won't you take me away

Songinformatie

ArtiestSmall Faces
 A-kant
Titel The Universal
Lengte 2:30
Componist(en) Marriott, Lane
Producer(s) Steve Marriott, Ronnie Lane
 B-kant
Titel Donkey Rides, A Penny A Glass
Lengte 02'45
Componist(en) Marriott, Lane, McLagan
Producer(s) Steve Marriott, Ronnie Lane
 
Platenlabel Immediate
Catalogusnr IM 069
Hoogste positie UK 16
Hoogste positie US -
Album The Autumn Stone


Positieverloop