Songtekst
{transcribed by Adri Verhoef, 13-12-1998}
Toen ik 'm kreeg van iemand die geadverteerd had in de krant
Toen ik 'm kreeg, was-t-ie zo klein dat ie kon zitten op m'n hand
Een hoopje wol met ogen, veel te wijs en veel te bang
Het was net of-t-ie zei, jij hoort bij mij en ik bij jou
[chorus]:
Hij kon spinnen als de beste, hij was speels en hij was zacht
Hij begreep, dat weet ik zeker, wat ik zei en wat ik dacht
Nou mag iedereen beweren, het was een doodgewone kat
Maar wat hebben wij elkaar toch vele jaren liefgehad
Eens op een keer, ik had de voordeur even open laten staan
Toen was ie weg, ik ben haast misselijk op zoek naar hem gegaan
Maar vlak bij huis kwam hij met opgestoken staart me tegemoet
Het was net of-t-ie zei, zo'n eindje om, dat doet je goed
[chorus]
Toen werd ie oud, hij was niet meer zo ondernemend zoals toen
Want hij had pijn, en onze dokter kon d'r echt niks meer aan doen
Toen op een keer hoorde ik 'm zachtjes miauwen 's ochtends vroeg
Toen ik kwam, was 't net of-t-ie zei, en nu is 't genoeg
[chorus]
Maar wat hebben wij elkaar toch vele jaren liefgehad.
Songinformatie
Artiest | Joël |
---|
Titel |
Een Doodgewone Kat |
---|
Platenlabel |
Mercury
|
---|