Mark Knopfler

 

Dire Straits behaalde meteen groot succes met hun debuutalbum Dire Straits. Hierop staat onder meer het bekende "Sultans of Swing", dat hen in 1978 hun eerste platencontract opleverde. In 1985 verscheen Brothers in Arms, een van de eerste volledig digitaal opgenomen platen. Het album is met 269 weken in de Nederlandse Album Top 100 het langst genoteerde album aller tijden.

 

Naast zijn werk met Dire Straits bracht Mark een aantal soundtracks en later ook soloalbums uit. Daarnaast is hij een veelgevraagd sessie- en studiomuzikant. Hij schreef ook nummers voor andere artiesten waaronder "Private Dancer" voor Tina Turner en "I Think I Love You Too Much" voor de blinde bluesgitarist Jeff Healey. Hij werkte mee aan de albums Slow Train Coming en Infidels van Bob Dylan en trad op als producer voor onder andere Willy Deville, Aztec Camera en Randy Newman. Samen met Chet Atkins bracht hij een aantal albums uit waaronder Neck and Neck.

 

In 1990 speelde hij in de countryband "The Notting Hillbillies". Zijn wijze van gitaar spelen kwam nadrukkelijk naar voren in het country-geluid van de band. De band werd opgericht door Mark Knopfler en nam het album Missing.... presumed having a good time op. Na een serie optredens richtten alle bandleden zich op hun hoofdacts, alleen voor speciale gelegenheden traden ze nog op.

Zijn eerste soloalbum heette Golden Heart en kwam uit in 1996.
In 2000 verscheen het album Sailing to Philadelphia. Na het duetalbum All The Roadrunning (2006) met Emmylou Harris bracht Knopfler een vijfde soloalbum uit op 14 september 2007. 

 

Hij schreef ook veel filmmuziek o.a. voor de films: Local hero (1983) Cal (1984) The princess bride (1987) Last exit to Brooklyn (1989).

 

In de Top 40 stond hij als solo artiest maar 1 keer in de lijst met  Going home (Theme from The local hero).

De nummers Storybook love (met Willy Deville), What it is en Sailing to Philadelphia (met James James Taylor) kregen veel airplay maar haalden de hitlijsten niet.