Victor Willis, in de jaren zeventig beroemd geworden als de zingende politieagent van de discogroep Village People, heeft een zaak gewonnen om de auteursrechten van hits als 'Y.M.C.A.' en 'In the Navy'. De rechter in Los Angeles bepaalde deze week dat
Victor Willis, in de jaren zeventig beroemd geworden als de zingende politieagent van de discogroep Village People, heeft een zaak gewonnen om de auteursrechten van hits als 'Y.M.C.A.' en 'In the Navy'.
De rechter in Los Angeles bepaalde deze week dat hij aanspraak kan maken op ten minste een derde van de royalties die 33 liedjes van de Village People hebben opgebracht.Willis had de rechten aanvankelijk doorverkocht aan twee muziekuitgeverijen, een deal die hem in de loop van de jaren naar schatting 12 tot 20 procent van de opbrengst opleverde. Al in 1978, bij een herziening van de Amerikaanse auteursrechtenwetgeving, is bepaald dat zo'n overeenkomst na 35 jaar mag worden stopgezet.
Formeel staat Willis te boek als co-auteur, samen met Moreli en Henri Belolo. Willis wil ook het auteurschap van Henri Belolo aanvechten, die volgens hem alleen de uitgever was en nooit een noot op papier zette. Als de rechter dat ook zo ziet, zou Willis uiteindelijk de helft van de auteursrechten toekomen.
De zaak wordt in de muziekindustrie met argusogen gevolgd. Het is de eerste waarin de herziene auteurswet een rol speelt doordat een componist aanspraak maakt op rechten die hij decennia geleden van de hand deed. Soortgelijke kwesties zijn van toepassing op werk van tal van artiesten, zoals Bob Dylan, Bruce Springsteen, Tom Petty en Billy Joel. (Algemeen Dagblad)