Op 29 november 1987 kleeft de titel Everlasting Love voor de tweede keer aan een notering in de Top 40. Ditmaal is het de Duitse Sandra Cretu die het nummer in de lijst wist te noteren. De zangeres had twee jaar eerder met I’ll Never Be (Maria Magdalena) al een nummer-1-hit in de Top 40 gescoord.
Voor Sandra Cretu was die nummer-1-hit de duw in de rug die ze nodig had. Eerder had ze Japan Ist Weit uitgebracht, een remake van de hit van Alphaville (Big In Japan), zonder al te veel resultaat. Met het nummer maakte ze een dankbetoon voor haar successen die ze tot dat moment met de groep Arabesque had gekend in Japan. De groep bracht daar 16 albums uit.
Na haar nummer-1-hit in 1985 komt In The Heat Of The Night als tweede single niet verder dan de 15e plaats en de zangeres besluit zich toe te leggen op het acteren en presenteren. Everlasting Love was haar derde en laatste hit als Sandra in de Top 40.
Het nummer, van de hand van Buzz Cason en Mac Grayden, had The Love Affair bijna twintig jaar eerder een hit opgeleverd, toen met de 13e plaats als hoogst bereikte positie. De uitvoering van Sandra bereikt eind 1987 de achtste plaats. Twee jaar later scoort ook U2 met Everlasting Love een top 10-notering, als Jamie Cullum in 2004 het nummer voor de vierde keer in de lijst zet (ditmaal met een slechts 35e plaats als hoogst behaalde positie).
Wellicht is de versie die Patricia en Yvonne Paay ooit inzongen aan het Hilversumse Laapersveld wel de meest bekende. De zussen zongen het nummer in voor een promo van Radio Veronica. De zender wilde op 18 april 1973 zo veel mogelijk Veronica-aanhangers naar Den Haag krijgen om zich tegen het ‘verdrag van Straatsburg’ uit te spreken. Het verdrag zou later de val van de zeezenders betekenen.
Sandra wist na Everlasting Love zelf geen hit meer te scoren in de Top 40, maar bereikt wel opnieuw de eerste plaats. In 1990 is haar stem namelijk te horen op de single van Enigma, Sadeness Part One, dat in december één week de lijst aanvoert.