Zondagochtend is Alan Lancaster overleden. Vanaf de oprichting in 1962 tot 1985 was hij de bassist van de Britse rockband Status Quo. In die hoedanigheid stond hij met 21 hits in de Top 40.
Het overlijden werd namens de familie van Alan Lancaster bekendgemaakt door de Australische entertainmentjournalist Craig Bennett. Hij schrijft op Facebook dat Alan op zondagochtend in het bijzijn van zijn familie in zijn huis in Sydney is overleden. Alan was 72 jaar en leed aan multiple sclerose (MS). Die ziekte werd in 2002 bij hem vastgesteld. Alan laat zijn echtgenote Dayle, drie kinderen en vijf kleinkinderen achter.
Alan Lancaster werd op 7 februari 1949 in de Londense wijk Peckham geboren. Op de middelbare school leerde hij Francis Rossi kennen, met wie hij in 1962 een bandje vormde met de naam The Scorpions. Na enkele naams- en bezettingswisselingen ontstond in 1967 de groep Status Quo met Alan Lancaster als bassist, Francis Rossi en Rick Parfitt op gitaar, Roy Lynes op toetsen en John Coghlan op drums. Hun eerste single onder die nieuwe naam, het psychedelische Pictures Of Matchstick Men, werd direct een grote hit. In eigen land bereikte het nummer de 7e plaats in de hitlijst en in Nederland kwam het zelfs tot nummer 4.
Na een paar minder succesvolle singles en albums leek de groep al snel weer naar de achtergrond te verdwijnen, maar in 1972 verliet Status Quo het label Pye en tekende de band een contract bij Vertigo. Dit luidde een nieuwe succesperiode in, met als hoogtepunt het jaar 1975. Toen verscheen het album On The Level met daarop de nummer 2-hit Down Down. Later dat jaar scoorde Status Quo nog een tweede nummer 2-hit met een liveversie van het nummer Roll Over Lay Down.
Status Quo zou nooit op nummer 1 terechtkomen, maar haalde nadien nog wel zeven keer de top 10 met onder andere Whatever You Want en The Wanderer. Ten tijde van hun laatste top 10-hit, de medley The Anniversary Waltz uit 1990, maakte Alan Lancaster al geen deel meer uit van de groep. Na hun optreden op Live Aid in 1985 had Alan de groep verlaten. In de jaren 80 waren spanningen tussen de bandleden ontstaan, wat in 1981 al tot het vertrek van drummer John Coghlan had geleid. In 1984 had de groep besloten te stoppen met touren, wat volgens Alan alleen maar een manier was om Francis Rossi aan een solocarrière te helpen. Bovendien waren er tijdens de opname van het album Back To Back in 1983 muzikale meningsverschillen ontstaan. Zo was Alan het er niet mee eens dat het door hem geschreven Ol' Rag Blues door Francis werd gezongen op het album en de single, terwijl er ook een opname van het nummer bestond die hij zelf had ingezongen. Na Alans vertrek probeerde hij nog juridisch tegen te houden dat de band de naam Status Quo zou blijven gebruiken, maar de rechter gaf hem hierin ongelijk. De plek van Alan Lancaster werd ingenomen door de nieuwe bassist John 'Rhino' Edwards.
Tijdens een tournee met Status Quo door Australië in 1973 had Alan zijn toekomstige echtgenote Dayle leren kennen. Ten tijde van zijn breuk met Status Quo woonde hij al in dat land en hij besloot daar zijn muzikale carrière voort te zetten. In 1987 sloot hij zich aan bij de Australische supergroep The Party Boys en een jaar later richtte hij zijn eigen groep The Bombers op. In 2010 waren Alan Lancaster en Status Quo weer 'on speaking terms' en in 2013 kwam het zelfs tot een reünie met de groep, waarbij ook drummer John Coghlan betrokken was. Daarmee was het voor het eerst sinds 1981 dat de zgn. "Frantic Four"-bezetting weer op het podium stond. De reünietournee met deze bezetting duurde tot 2014.
(26-09-2021)