Flemming scoorde enkele weken geleden de Alarmschijf met zijn track Amsterdam en staat inmiddels in de Top 40. “Ik bevind me momenteel in een storm,” zo vertelt hij in gesprek met top40.nl.
“Het is onwerkelijk!” Er verschijnt een grote glimlach op het gezicht van de 25-jarige zanger, nadat hem de vraag werd gesteld hoe het voelt om een Top 40-hit op zijn eigen naam te hebben. “Het is iets waar je altijd al van droomt. Toen Domien me belde over de binnenkomst van Amsterdam, kon ik het ook eigenlijk nog niet geloven. Pas toen ik de lijst zag en ik zag Amsterdam ertussen staan, kwam het besef: ik sta gewoon met mijn eigen track in de Top 40!”
Eerder dit jaar stond Flemming al een beetje in de Lijst der Lijsten, via Miss You van Tungevaag, Sick Individuals en Marf. Daar schreef hij aan mee en verzorgde hij de vocalen voor. Het nummer werd vorig jaar november uitgebracht, maar werd pas na nieuwjaarsdag een hit. Het stond 14 weken in de lijst en haalde de negentiende positie. Toen lag Amsterdam al klaar, want dat nummer schreef hij meer dan een half jaar geleden.
Je vertelde in een interview dat Amsterdam was ontstaan op weg naar een schrijfsessie. Kun je uitleggen hoe dat gebeurde?
“Eigenlijk ontstond het nummer heel toevallig. Ik was met Marcus (Adema, Marf, red.) op weg naar een sessie met Kris Kross Amsterdam. We wisten niet of ze met ons aan een Engelstalige track wilden werken of aan een Nederlandstalig nummer. Onderweg vroeg Marcus me of ik op mijn gitaar wat wilde gaan jammen op de achterbank. Kijken of we tot nieuwe hooks en refreintjes konden komen. Al heel snel kwam we op de melodie van Amsterdam en bedacht we er een tekst op. Eigenlijk hebben we toen het grootste deel van het nummer gemaakt. Eenmaal aangekomen bij Kris Kross Amsterdam, bleken zij met ons aan een Engelstalig nummer te willen werken. Toen hebben Marcus, Sander de Bie en ik een andere dag Amsterdam afgemaakt.
Arno Krabman, de man achter hits van onder anderen Snelle en Suzan & Freek, heeft Amsterdam mede geproduceerd. Wat heeft hij aan het nummer toegevoegd?
“Arno heeft een aantal dingen toegevoegd, maar hij heeft meer weggelaten. De demo van Amsterdam was eigenlijk al af, want Marcus had ‘m geproduceerd. We hebben ‘m daarna naar Arno gestuurd. Het was net vrijdag en hij zou na het weekend laten weten of hij er iets mee ging doen. Na vijf minuten belde hij terug: hij ging ermee aan de slag. Hij heeft de puntjes op de i gezet. Hij heeft bijvoorbeeld de basgitaar ingespeeld en de zang wat harder laten klinken, dan de muziek. Ik ben een nieuwe zanger en het publiek moet mijn stem daardoor goed leren kennen. Ook heeft hij de productie meer in balans gebracht en meer body gegeven. Mede dankzij Arno zijn we tot dit eindresultaat gekomen.
Queen
Muziek werd Flemming met de paplepel ingegoten. Niet voor niets is zijn tweede naam ‘Freddie’. Zijn ouders waren enorme Queen-fans en de muziek van die band stond dan ook vaak op in Huize Viguurs, onder de rook van Den Bosch. “Ik kan me nog herinneren dat ik als kind al aan het trommelen was op van alles. De muziek had me al vroeg gevonden. Later ben ik ook gaan zingen en heb ik zelfs musicals gedaan”. Dat was geen amateurtoneel. Hij was te zien in grote producties, zoals Ciske de Rat (waarin hij de kleine Ciske speelde), Joseph and the amazing technicolor dreamcoat en Kruimeltje (in de rol van Spijker). "Maar ik wilde artiest worden. Heel eerlijk: het leek me ooit ook wel wat om als docent voor de klas te staan. Maar ik heb me vol gestort op mijn droom om met mijn eigen muziek mijn geld te verdienen. Volle bak voor de muziek.”
Je hebt inmiddels aan heel wat verschillende disciplines kunnen snuffelen: dance, Engelstalig, Nederlandstalig. Welke richting ga je nu op?
“Ik ga verder met het maken van Nederlandstalige tracks, maar ik vind het ook heerlijk om Engelstalige liedjes te schrijven. Er zit wel een verschil in het maken van Engelstalige of Nederlandstalige muziek. In het Nederlands moet je bijvoorbeeld heel goed letten op de uitspraak van sommige klanken. Bijvoorbeeld een zachte of een harde g-klank. Het is ook fijn om het schrijven in die talen met elkaar af te wisselen. Op die manier zit je niet heel de tijd in dezelfde bubbel en kom je soms tot nieuwe inzichten. Datzelfde geldt ook voor het ‘toplinen’ bij dj’s en producers: het is een aangename afwisseling en dat leidt weer tot nieuwe vondsten.”
Het was overigens zijn manager, Ties Teurlings, die opperde om eens iets Nederlandstalig op papier te zetten. “Hij dacht dat mijn stem goed zou passen bij Nederlandstalige popmuziek. Ik moest even wennen aan het idee, maar ik ben dezelfde avond direct aan de slag gegaan, Daar rolde een track uit, die ik vervolgens aan mijn manager liet horen. Ik was benieuwd naar zijn reactie en die kwam al snel. Hij vond het een erg hitgevoelig nummer. Waarschijnlijk wordt dat ook wel één van mijn volgende singles.”
Hiervoor zat je in de coverband Baby Blue. Wat is het belangrijkste dat je in die groep hebt geleerd?
“Het belangrijkste zijn denk ik de uren die ik heb gemaakt op het podium. Ik heb met die band in al die jaren meer dan 700 optredens gedaan. Gedurende al die optredens heb ik vooral geleerd hoe ik interactie moet hebben met het publiek en hoe je op zo’n podium het publiek inpakt. Maar ook kleine dingen, zoals: wat doe je als het geluid ineens uitvalt op het podium? Daardoor weet ik nu dat ik zelfverzekerd op het podium kan staan. Laatst had ik mijn eerste optreden en Marcus kwam kijken. Hij zei dat hij zenuwachtiger voor mij was, dan ik voor mezelf. Dat is het voordeel van de ervaring van Baby Blue. Op het podium voel ik me op mijn gemak en thuis. Onlangs viel de dj-set uit tijdens een optreden. Ik heb toen direct tegen het publiek gezegd: “dit is wat er gebeurt als jullie niet hard genoeg meezingen’’. Dat heb ik ook geleerd bij Baby Blue: denken in oplossingen.
Eindelijk weer voor publiek
Flemming stond kort geleden dus voor het eerst sinds lange tijd weer op het podium. De coronatijd gebruikte hij vooral om nieuwe tracks te schrijven. “Ik heb al een hele map klaarliggen met singles, dus de opvolger van Amsterdam staat eigenlijk al klaar. Volgens mij heb ik iets van 18 nummers in dat mapje zitten. Ik houd enorm van live spelen. Ik was daarom erg blij dat ik weer mocht optreden. Dat eerste optreden was alleen wel weer even wennen. In positieve zin. Het is zo heerlijk en overweldigend tegelijk om dat publiek weer voor je neus te zien. Het leuke was: op dat festival trad ook mijn oude band op. Het was altijd mijn wens om als solo-act op hetzelfde festival te staan met Baby Blue. En nu, bij mijn eerste grote eigen optreden, is dat gelukt. Het was ook ongelooflijk: Amsterdam was nog maar net uit, maar heel wat mensen zongen het nummer al mee.”
Hoe ziet je toekomst eruit?
“Tja, dat zullen we de komende tijd gaan zien. Met het label 8ball Music en mijn management hebben we een soort van tijdspad uitgestippeld. Maar door het succes van Amsterdam zal dat weer moeten worden aangepast. Het publiek gaat zeker nog van mij horen, want ik heb genoeg materiaal klaarliggen. De volgende single komt wanneer het daar tijd voor is.”
Foto: cover single Amsterdam
(20/10/2021)