De nummer 1-hits van 18 april
Best Selling Singles/Billboard Hot 100:
1931: Isham Jones and his Orchestra – Star Dust (1 week 1)
(Hoagy Carmichael; Mitchell Parish)
(het origineel is van Hoagy Carmichael & his Collegians uit 1927)
(#20 hit voor Irving Mills in 1930)
(#5 hit voor Bing Crosby in 1931)
(#16 hit voor Louis Armstrong in 1931)
(#17 hit voor Wayne King in 1931)
(#20 hit voor Lee Sims in 1931)
(#10 hit voor Jimmie Lunceford in 1935)
(#2 hit voor Benny Goodman in 1936)
(#8 hit voor Tommy Dorsey in 1936)
(#16 hit voor Sammy Kaye in 1939)
(#2 hit voor Artie Shaw in 1941)
(#7 hit voor Tommy Dorsey in 1941) (nieuwe versie)
(#20 hit voor Glenn Miller in 1941)
(#18 hit voor Baron Elliott in 1943)
(#23 hit voor Tommy Dorsey in 1943)
(#12 hit voor Billy Ward & his Dominoes in 1957)
(#79 hit voor Nat “King” Cole in 1957)
(#20 Easy Listening-hit voor Frank Sinatra in 1962)
(#13 Easy Listening-hit voor Nino Tempo & April Stevens in 1964)
(#4 Easy Listening-hit voor Johnny Mathis in 1975)
(#46 Easy Listening-hit voor Harry Connick, Jr. in 1993)
1987: Aretha Franklin and George Michael – I Knew You Were Waiting (For Me) (2 weken 1)
(Simon Climie; Dennis Morgan)
(geproduceerd en arrangementen: Narada Michael Walden)
2009: The Black Eyed Peas – Boom Boom Pow (12 weken 1)
(William Adams; Allen Pineda; Stacy Ferguson; Jaime Gomez)
(geproduceerd door: will.i.am)
(co-producer: Jean Baptiste en Poet Name Life)
(drum-programming: Padraic “Padlock” Kerin)
(mix-technicus: Dylan “3D” Dresdow)
(assistent mix-technicus: Joe Peluso)
(mastering: Bernie Grundman)
Billboard: “Net geen N°1-hits” (1890-1990)
1914: The Peerless Quartet – Don’t Blame It All On Broadway (3 weken 2)
(Joe Young; Harry Williams; Bert Grant)
1925: Paul Whiteman and his Orchestra – Oh! Lady Be Good (2 weken 2)
(Ira Gershwin; George Gershwin)
(het origineel is van Walter Catlett uit 1924 in Broadway-musical theaterproductie Lady, Be Good!)
(#9 hit voor Carl Fenton in 1925)
(#13 hit voor Cliff Edwards in 1925)
(#10 album-hit voor Lawrence Welk in 1956 van zijn LP Say It with Music) [medley]
(#34 album-hit voor Enoch Light in 1962 van zijn LP Persuasive Percussion, Volume 4)
1960: The Brother Four – Greenfields (4 weken 2)
(Richard Dehr; Terry Gilkyson; Frank Miller)
(copyright-jaar: ©1956)
(#5 album-hit voor Billy Vaughn in 1960 van zijn LP Look for a Star)
(#35 album-hit voor Roger Williams in 1961 van zijn LP Songs of the Roaring ‘60s)
(#92 hit voor the Vogues in 1969)
1970: Norman Greenbaum – Spirit In The Sky (3 weken 3)
(Norman Greenbaum)
(#99 hit voor Dorothy Morrison in 1970)
(#69 hit voor Doctor & the Medics in 1986)
(#29 album-hit voor the Kentucky Headhunters in 1991 van hun CD Electric Barnyard)
Billboard Easy Listening chart:
1992: Eric Clapton – Tears In Heaven (3 weken 1)
(Eric Clapton; Will Jennings)
(geproduceerd door: Russ Titelman)
(uitvoerend producent: Lili Fini Zanuck)
(#2 hit in de Hot 100 op 28 maart 1992)
(uit de film Rush uit 1991 met in de hoofdrollen Jason Patric en Jennifer Jason Leigh)
(De vijfjarige Conor, de zoon van Eric Clapton, was op 20 maart 1991 op slag dood na een val uit het raam van een appartement op de 53ste verdieping van het luxe Galleria-gebouw in New York. Hij woonde hier met zijn moeder, de actrice Lori del Santo. Eric Clapton was toevallig ook in New York toen hij het dramatische nieuws hoorde. Beide ouders werden in shock-toestand in een ziekenhuis opgenomen. Op 28 maart 1991 werd Conor Clapton ter aarde besteld op het kerkhof bij de St. Mary Magdalena-kerk in Ripley in het Engelse Surrey. De uitvaartdienst werd onder meer bijgewoond door Phil Collins, Andy Fairweather Low en George Harrison. Niet veel later schrijft Eric Clapton samen met Will Jennings Tears in Heaven, een liedje ter nagedachtenis aan Conor. Tears in Heaven is op 8 februari 1992 binnengekomen op eenentachtig in de Billboard Hot 100 en bleef op 28 maart 1992 op de tweede plaats steken achter Save the Best for Last van Vanessa Williams. Op 18 april 1992 staat Tears in Heaven op de eerste plaats van de Hot Adult Contemporary Top 50 van Billboard. In Engeland is Tears in Heaven op vijf terecht gekomen. In Nederland bereikte de single op 28 maart 1992 de zeventiende plaats in de Top 40.)
Billboard Country & Western chart:
1970: Charley Pride – Is Anybody Goin’ To San Antone (2 weken 1)
(Glenn Martin; Dave Kirby)
(geproduceerd door: Jack Clement)
(#70 hit in de Hot 100 op 11 april 1970)
(het origineel is van Bake Turner in 1970)
(#91 C&W-hit voor Chuck Price in 1977)
1981: Alabama – Old Flame (1 week 1)
(Donny Lowery; Mac McAnally)
1987: Bellamy Brothers – Kids Of The Baby Boom (1 week 1)
(David Bellamy)
1992: Aaron Tippin – There Ain’t Nothin’ Wrong With The Radio (3 weken 1)
(Buddy Brock; Aaron Tippin)
1998: Jo Dee Messina – Bye-Bye (2 weken 1)
(Michael Bourke; Phil Vassar)
(#43 hit in de Hot 100 op 25 april 1998)
2009: George Strait – River Of Love (1 week 1)
(Shawn Camp; Billy Burnette; Dennis Morgan)
(#59 hit in de Hot 100 op 21 maart 2009)
Billboard Rhythm & Blues chart:
1953: Willie Mae “Big Mama” Thornston – Hound Dog (7 weken 1)
(Jerry Leiber; Mike Stoller)
(#1 pop-hit voor Elvis Presley in 1956)
(#1 R&B-hit voor Elvis Presley in 1956)
(#1 C&W-hit voor Elvis Presley in 1956)
(Op 13 augustus 1952 heeft Big Mama Thornton haar versie van Hound Dog opgenomen. Dit is een compositie van Jerry Leiber en Mike Stoller. De plaat werd pas in 1953 uitgebracht, omdat er problemen waren rond de auteursrechten. Johnny Otis, die drumt op Hound Dog, wilde dat ook zijn naam werd vermeld als componist. Daarnaast wilde Don Robey, die de plaat op zijn Peacock-label uitbracht, ook worden vermeld. Jerry Leiber en Mike Stoller zijn hier fel gekant tegen. Hound Dog van Big Mama Thornton is op 28 maart 1953 binnengekomen in de Rhythm & Blues Records Top 20 van Billboard en bereikt op 18 april 1953 de eerste plaats waar hij zeven weken blijft staan. Van Hound Dog door Big Mama Thornton zijn ruim twee miljoen exemplaren van over de toonbank gegaan. En dan moet de versie van Elvis Presley nog komen! Die slaat in 1956 alle records.)
1960: Buster Brown – Fannie Mae (1 week 1)
(Buster Brown)
(#38 hit in de Hot 100 op 2 mei 1960)
(Op 21 april 1960 beginnen de uitzendingen van Radio Veronica. “U luistert naar Radio Veronica op de 198 meter, op de 33 meterband en de FM.” Er klinkt muziek en de omstreden zender is in de lucht. Ietwat hovaardig begonnen, want op de lange golf en FM wordt helemaal niet uitgezonden en dat zal nooit gebeuren ook. Dat staat de vreugde van deze start niet in de weg. Het klinkt goed en wie weet kan er een extra adverteerders mee gestrikt worden. De stemming onder het boordpersoneel is prima. Ook de aandeelhouders en directie zien hun inspanningen van de laatste tijd beloond met dit resultaat. De zender is eigendom van de VRON (Vrije Radio Omroep Nederland). Deze vereniging is op 15 oktober 1959 in het Amsterdamse Krasnapolsky opgericht tijdens een vergadering van ontevreden radiohandelaren. De vrije handel in radiotoestellen beleeft zware tijden. Herhaaldelijk krijgen handelaren een proces aan hun broek, omdat zij hun radio’s, pick-ups en televisies onder de adviesprijs aan de man brengen. Op deze vergadering legt voorzitter Bep Slootmans een idee op tafel. Hij wil een drijvend radiostation oprichten. In het Duitse Embden wordt door de VRON het oude lichtschip Borkum Riff gekocht. Ellen van Eck en Max Groen zijn de eerste presentatoren van programma’s op Radio Veronica. Omdat de zender slecht wordt ontvangen op 198 meter, besluit men na korte tijd op 192 meter middengolf uit te zenden.)
1992: Glenn Jones – Here I Go Again (1 week 1)
(Glenn Jones)
Groot-Brittannië:
1970: Dana – All Kinds Of Everything (2 weken 1)
(Derry Lindsay; Jackie Smith)
(dirigent: Phil Coulter)
(geproduceerd door: Ray Horricks)
(Op 21 maart 1970 werd vanuit de RAI in Amsterdam de internationale finale van het Eurovisie Songfestival op televisie uitgezonden. Het programma werd gepresenteerd door Willy Dobbe. Er deden 12 landen mee. De Ierse zangeres Dana won met All Kinds of Everything. Groot-Brittannië werd tweede met Knock Knock Who’s There, gezongen door Mary Hopkin. De derde plaats is voor de West-Duitse Katja Ebstein met Wunder gibt es immer wieder. Spanje eindigde als vierde. De nog onbekende Julio Iglesias zong Gwendolyne. de Nederlandse Hearts of Soul opende het festival met Waterman. Dit liedje van Pieter Goemans kreeg zeven punten, goed voor een vijfde plaats. Luxemburg werd door de Nederlandse zanger David Alexandre Winter vertegenwoordigd. Hij kreeg voor Je suis tombé du ciel niet één punt. All Kinds of Everything is geschreven door Derry Lindsay en Jackie Smith. Op de B-kant van deze single staat Channel Breeze, een compositie van Tony Johnston. op 4 april 1971 is All Kinds of Everything van Dana binnengekomen in de Britse hitparade en klimpt in z’n derde week op 18 april 1970 naar de eerste plaats. De single staat twee weken bovenaan. Hierdoor wordt Bridge Over Troubled Water van Simon & Garfunkel van de eerste plaats verdreven. In de Nederlandse Top 40 blijft All Kinds of Everything op 25 april 1970 op de tweede plaats steken achter El Condor Pasa van Simon & Garfunkel.)
1981: Bucks Fizz – Making Your Mind Up (3 weken 1)
(Andy Hill; John Danter)
(geproduceerd door: Andy Hill)
(Op 4 april 1981 werd vanuit de RDS-studio in Dublin, Ierland het 26ste Eurovisie Songfestival op televisie uitgezonden. Het programma werd gepresenteerd door Doireann Ní Bhríain. Er deden 20 landen mee. Bucks Fizz won voor Engeland met Making Your Mind Up. De Duitse Lena Valantes werd, met vier punten verschil, tweede met Johnny Blue. Zij was het er niet mee eens. “Mijn liedje is beter dat het knullige “Making Your Mind Up”, is haar visie. De Franse zanger Jean Gabilou werd derde met Humanahum. Linda Williams eindige als negende met Het is een wonder. Deze Nederlandse inzending is geschreven door Cees de Wit en Bart van der Laar. Making Your Mind Up van Bucks Fizz is op 28 maart 1981 binnengekomen in de Britse hitparade en stijgt drie weken later op 18 april 1981 naar de eerste plaats. Hij staat drie weken bovenaan. Hierdoor wordt This Ole House van Shakin’ Stevens van de eerste plaats verdrongen. In Nederland staat Making Your Mind Up vanaf 16 mei 1981 twee weken aan de top van de Top 40.)
1992: Right Said Fred – Deeply Dippy (3 weken 1)
(Fred Fairbrass , Richard Fairbrass , Rob Manzoli)
(programmong geproduceerd en arrangementen: Tommy D.)
(techniek: Graham Bonnett)
(assistentie: Andy Houston)
2009: Calvin Harris – I’m Not Alone (2 weken 1)
(Calvin Harris)
(arrangementen, geproduceerd en alle instrumenten: Calvin Harris)
Duitsland:
2008: Duffy – Mercy (1 week 1)
(Aimee Anne Duffy; Steve Booker)
(geproduceerd programming, gemixt, gitaar, basgitaar, keyboards en opgenomen door: Steve Booker)
(zang: Duffy)
(#27 hit in de US Hot 100)
Frankrijk:
1964: Sylvie Vartan – La plus belle pour aller danser (11 weken 1)
(Charles Aznavour; Georges Garvarentz)
2004: O-Zone – Dragostea Din Teï (15 weken 1)
(Dan Balan)
(arrangementen en gemixt door: Paolo Sandrini en Rossano Prini “DJ Ross”)
2009: Magic System featuring Khaled – Même pas fatigué!!! (7 weken 1)
(Khaled Hadj Brahim; Kore; Assalfo Traoré; Aurélien Mazin; Bellek; Soudoua Narcisse; Fanny Adama; Boue-Bi Kohou Etienne)
Italië:
1992: Annie Lennox – Why (6 weken 1)
(Annie Lennox)
(geproduceerd door: Stephen Lipson)
(techniek: Heff Moraes)
(#34 hit in de US Hot 100)
2002: Oasis – The Hindu Times (1 week 1)
(Noel Gallagher)
(geproduceerd door: Oasis)
(techniek: Jan “Stan” Kybert)
(gemixt door: Mark “Spike” Stent)
(keyboards: Paul “Strange Boy” Stacey)
Australië:
1964: The Beatles – All My Loving (e.p.) (3 weken 1)
(1. All My Loving)
(John Lennon; Paul McCartney)
(2. Ask Me Why)
(John Lennon; Paul McCartney)
(1. Money (That’s What I Want)
(John Lennon; Paul McCartney)
(2. P.S. I Love You)
(John Lennon; Paul McCartney)
(leadzang: Paul McCartney)
(geproduceerd door: George Martin)
1977: David Soul – Don’t Give Up On Us (3 weken 1)
(Tony Macaulay)
(geproduceerd door: Tony Macaulay)
(#1 hit in de US Hot 100)
Nieuw-Zeeland:
2004: Usher featuring Lil Jon & Ludacris – Yeah! (4 weken 1)
(Jonathan Smith; Sean Garrett; Patrick J. Que Smith; Chris Bridges; Robert McDowell; James Phillips; LaMarquis Jefferson)
(geproduceerd door: Jonathan Lil’ Jon Smith)
(vocalen-productie: Sean Garrett)
< (28-03-2009)