Maggie MacNeal

Artiestinformatie

Geboortedatum	05-05-1950
Land	Nederland

Maggie MacNeal is op 5 mei 1950 geboren als Sjoukje Lucie van 't Spijker in Tilburg. Op haar vijftiende maakte ze haar eerste plaat, toen ze meezong met het Aalsmeers Koor. ,,Ik ben een klassieke sopraan, maar ik werd ontdekt in de discotheek. Ik had toen niet het idee dat ik beroemd zou worden. Ik had later gewoon een kantoorbaan bij Inventum, dat bedrijf van de huishoudelijke apparaten.
Op aandringen van producer Hans van Hemert heb ik toen 'I heard it through the grapevine' opgenomen, met als B-kant 'Isolation' van John Lennon.'' Van 1972 tot eind 1974 werd zij bekend met het duo Mouth & MacNeal dat abrupt ophield.
Het gaf haar wel de kans om met haar eigen band samen te gaan. Maggie MacNeal start een solo-carrière en bewijst dat ze ook zonder Mouth goed op eigen benen kan staan. De singles Nothing Else To Do en When You're Gone halen beiden de hitlijsten. Daarna gaat de zangeres op tournee door Brazilië. De solo-carrière van Maggie verloopt voorspoedig want in april scoort ze een hit met het Nederlandstalige Terug Naar De Kust. Het nummer, een eigen compositie met tekst van Theun de Winter, is onderdeel van het Boekenweekproject Zing Je Moerstaal dat is samengesteld door Ad Visser, presentator van het populaire muziekprogramma Toppop.
Maggie vertegenwoordigt Nederland op het Eurovisie Songfestival 1980 en behaalt een vijfde plaats met het liedje Amsterdam dat is geschreven door haar echtgenoot Frans Smit (o.a. ZZ en de Maskers, Brainbox). Ook zingt ze het liedje Still Can't Believe It in de soundtrack van de film Moord in Extase.
Na een periode van stilte verschijnt in 1989 het album Leuk Voor Later, een Nederlandstalig en romantisch album. Ook zingt ze mee op het album Eli van Jan Akkerman en Kaz Lux. In 2000 vormt ze samen met Marga Bult en Sandra Reemer de Dutch-Divas.