Coverafbeelding Leen Jongewaard - De Schuld Van Het Kapitaal

Leen Jongewaard

De Schuld Van Het Kapitaal

  • Statistieken
  •   1 wk Tipparade
  •   1967

Artiestinformatie

Geboortedatum   30-03-1927
Land   Nederland

Leen werd geboren in Amsterdam als jongste in een gezin van acht jongens en één meisje. Zijn vader werkte bij het Leger des Heils. In 1946 richtte Leen het amateurcabaret De Kijkdoos op, waarin ook Adèle Bloemendaal speelde. In het begin van de jaren 50 werd hij ontdekt door de directie van de toneelgroep Puck (Egbert van Paridon) en in 1953 maakte Leen daar zijn debuut als beroepsacteur. Hij bleef meer dan tien jaar bij Puck (later Centrum genaamd). Zijn televisiedebuut maakte hij als meneer Leeuwerik in het kinderprogramma Het mannetje op zolder, geschreven en geregisseerd door Mies Bouhuys, dat van 1959 tot 1960 door de AVRO uitgezonden werd. Hij speelde in 1960 ook een aantal keren de rol van Lo Flodder in het AVRO-kindertelevisieprogramma Varen is fijner dan je denkt met Piet Römer in de hoofdrol als meneer King, die met zijn schip 'De Krikkemikke' allerlei avonturen beleefde. Andere karakters waren het keukenhulpje Zeefje (Cecilia Lichtveld), Mevr. Gracia Morena (Sepha Dierikx), Ageeth (omroepster Ageeth Scherphuis) en Piet Römers tweelingbroer Paul Römer in de rol van meneer Kong. Dit kindertelevisieprogramma was ook geschreven en geregisseerd door Mies Bouhuys.



In de jaren zestig nam Jongewaard deel aan diverse programma's, waaronder cabaret-Lurelei met Sylvia de Leur, Mensen, hee mensen (1962), het radioprogramma De wilde vaart, waar hij Conny Stuart voor het eerst ontmoette en de musical Heerlijk duurt het langst (1965) van Annie M.G. Schmidt waar hij de rol van kruidenier Kees Bloem vervulde. Ook speelde hij op televisie de hoofdrol in de kinderserie Flip de Tovenaarsleerling (1961-1964).



In de musical De Kleine Parade speelt Leen de rol van Hein, de zilverman.



Hierna speelde hij de beroemde dubbelrol van inbreker Gerrit en diens opa in de door Annie M.G. Schmidt geschreven televisieserie Ja Zuster, Nee Zuster met Hetty Blok in de rol van zuster Klivia. Hetty Blok en Leen waren de enige solisten in dit programma die echt konden zingen. Bekende liedjes hieruit, waarin Leen meedeed, waren: M'n opa, In een rijtuigje, Duifies, De oude Jacob en Ik krijg het weer.



Vervolgens speelde Jongewaard in twee televisieseries van Eli Asser, namelijk 't Schaep met de 5 pooten (1969) en Citroentje met suiker (1972-1974). Bekende liedjes uit deze series waren We benne op de wereld om mekaar te helpen, nietwaar? (1969), Als je mekaar niet meer vertrouwen kan (1970) en Het zal je kind maar wezen (1970).



Van 1980 tot 1984 reisde Leen Jongewaard met zanger Robert Long door het land met een drietal cabaretprogramma's, waarvan Duidelijk zo? de eerste was. In het programma werden tal van onderwerpen behandeld die beide heren na aan het hart lagen, zoals homoseksualiteit, geloof en maatschappelijke misstanden.



Leen Jongewaard overleed op 4 juni 1996 aan een hartaanval tijdens zijn vakantie in Frankrijk. Hij werd begraven op Zorgvlied. Leen Jongewaard was jarenlang de levenspartner van Barrie Stevens.

Songtekst

{transcribed by Adri Verhoef, 15-6-1997}

D'r was een knul van achttien jaren
Nog wel groen, maar fors gebouwd
Die werd tuinknecht onder Laren
En dat heeft 'm diep berouwd

[chorus]:
Mensen, noem elkaar geen mietje,
Eenmaal zing je allemaal
Allemaal het ouwe liedje
't Is de schuld van 't kapitaal

De mevrouw wier gras hij maaide
Riep 'm binnen voor de thee
Waarbij zij zijn krullen aaide
Wat 'm eerst nog niet veel dee

[chorus]

Zij verleidde 'm in 't schuurtje
Bij de schoffel en de schaar
En alras voor nog één uurtje
Moest ie mee naar haar boudoir

[chorus]

En meteen voor vast genomen
Deed ie wat ze van 'm wou
Van de tuin zou niks meer komen
D'r kwam veel meer van mevrouw

En hij raakte zo van zinnen
Dat ie 't gras niet meer wou doen
Als ie werkte, was ze binnen
En daar was al niks meer groen

[chorus]

Toen ontdekte hij, op een morgen
Dat de bakker en de post
Vele malen 's nachts bezorgden
En dat hij werd afgelost

[chorus]

En zo kreeg, na deze dame
Ook de grote stad hem klein
Want hoe vindt een vakbekwame
Tuinknecht werk op 't Leidseplein

't Water van de gracht ging lokken
't Droevig einde leek nabij
Toen ie plots werd weggetrokken
Door een pacifist die zei:

[chorus]

Zo loopt hij, pas achttien jaren
En met een brutale kop
Bij een villa onder Laren
Met een bord, en daar staat op:

Mensen, noem elkaar geen mietje,
Eenmaal zing je allemaal
Allemaal het ouwe liedje
't Liedje van 't kapitaal.

Songinformatie

(originele hoestekst) Leen Jongewaard - Leen Alleen De titel van Leen Jongewaards eerste langspeelplaat, "Leen-al-leen", is een woordspeling die niet alleen knap gevonden, maar ook helemaal waar is. Het zet een nadrukkelijke streep onder een solistische en veelzijdige tour-de-chant die gewoon niet langer kon uitblijven. Wie Leen Jongewaard als komisch acteur en zanger de laatste jaren in theater en op TV bezig heeft gezien ("Heerlijk duurt het langst", "Ja zuster, nee zuster") heeft zich niet verbaasd over zijn snel toenemende populariteit. De kruidenier Kees Bloem, Gerrit, Opa. Drie innemende creaties van Annie Schmidt, voor Leen Jongewaard geschreven, die deze typen simpel en subliem tot leven bracht Leen Jongewaard, geboren Amsterdammer (30 maart 1927 in de Rozenstraat), kwam als bijzonder laat nakomertje ter wereld en hij heeft broers die momenteel al op de grootvader-leeftijd zijn. Zijn ouders zijn tamelijk vroeg in zijn jeugd gestorven. "Het was een fijn gezin", memoreert Leen niet zonder nostalgie. De tijd kwam, dat Leen, nauwelijks groter dan zijn generatiegenoot Willy Alberti ("weet je dat ik 'De Dievenwagen' van Willy één van zijn fijnste liedjes vind?"), zich op een degelijk vak diende voor te bereiden. Hij koos de Amsterdamse Grafische School, om daar voor boekbinder te worden opgeleid. Die schoolperiode werd bepalend voor wat hij later kiezen zou: het Cabaret. Hij had er een vriendje, Cor Pisuisse. "We rolden de hele dag uit de bank van het lachen. We begrepen elkaar precies - met Cor en met Adèle Bloemendaal heb ik later mijn eerste Cabaretgroepje opgericht." Een half jaar boekbinder bij de Wereldbibliotheek te Amsterdam, een half jaar kelner in het Victoria Hotel, vier jaar kantoorbediende, twee jaar jeugdleider in de Jordaan... enkele fasen uit Leens leven die de periode van zijn zoeken naar zelfbevestiging, naar gerichte creativiteit, bepaalden. In 1953 begon zijn zigzagtocht tussen grote en kleine kunst definitief. Het kon niet uitblijven, dat zijn eerste weg naar het toneel via het Cabaret liep: "ten bate van de slachtoffers van de Watersnoodramp in Zeeland, waagden Adèle, Cor en ik de stap. Als jongen van vijftien had ik al Cabaretsketches gedaan - zwaar beïnvloed door Snip en Snap waar ik mij waanzinnig om lachte. Nu werd het ernst met de gein. Wij deden tien voorstellingen; het repertoire schreven wij zelf en wij vertegenwoordigden vooral het toen in de mode zijnde 'Wij zijn...' genre. Vul maar in: iedere groep waar maar tegenaan te trappen viel, want wij wilden natuurlijk de wereld verbeteren en lekker choqueren. Je vindt het genre nog terug in de Provo-meisjes van Jasperina en fMaria Lindes, uit het vorige Lurelei. De laatste voorstelling, die wij in Hypokriterion gaven, werd gezien door de directieleden van Puck (Egbert van Paridon en Cas Baas, op advies van Madelon Waldorp); zij boden mij een engagement aan." Het talent was erkend en herkend. "Ik was verschrikkelijk gespannen. Wat ik maken moest op het toneel moest helemaal van mijzelf komen. Wat ik opstak kwam van de praktijk: ik woonde bijna in de Schouwburg, waar ik al in korte broek naar toe ging. Wim Kan en de Sonneveldgroepen waren mijn eerste echte grote voorbeelden. Stel je voor: toen ik met Conny Stuart in Annie's Musical ging spelen, was dat een soort mijlpaal. Daar stond ik, naast een koningin van het Cabaret! Niet minder trots ben ik op mijn Gerrit-rol naast Hetty Blok, een vrouw met een onuitputtelijke toneelinventiviteit en een geweldige stem." De lange rij van jaren, waarin Leen Jongewaard voor "Centrum" (het vroegere Puck) werkte, werden tweemaal drastisch onderbroken: voor Lurelei van Eric Herfst en voor de musical "Heerlijk duurt het langst". De acteur Jongewaard van "Centrum" rijpte tot een volbloed toneelman, die tientallen rollen speelde en bepaald niet neerzag op de kleinere. Na zeven jaar werd hij door Jelle de Vries gevraagd voor Radiocabaret ("Wilde Vaart", "Klatergoud") en het was dat misschien, dat sterk bijdroeg tot het succes dat hij had in de musical "Mensen, hé mensen" van Mies Bouhuys en muziek van Walter Kous, opgevoerd door toneelgroep "Centrum" met Leen in de rol van Lodewijk de Glazenwasser. Deze LP wijkt af van een stereotiep patroon: geen al grondig beproefd repertoire, ook omdat men dan te veel associaties zou leggen met Leen in zijn beroemd geworden typeringen, maar oorspronkelijke, nieuwe liedjes waarin Leen Jongewaard gewoon Leen Jongewaard is, de cabaretier-acteur die óók een avondvullende tour-de-chant kan brengen. De mensen die de teksten verzorgden behoren tot de beste Nederlandse dichters, die de kunst van de glimlach en de ontwapenende ironie verstaan, soms op basis van tot in het absurde doorgetrokken dagelijkse dingen. Leen Jongewaard leeft reëel in die wereld, kent er elke nuance van en doordrenkt elk woord van zijn voordracht met een melancholieke humor. Een grote aanwinst van het gelukkig zo uitvoerig op de plaat geregistreerde hedendaagse cabaret is Tonny van Verre's bijna lugubere "'k Heb jouw hand in de mijne", qua idee al een vondst die herinnert aan het realisme van een Guus Vleugel. Van Annie M.G. Schmidt, die niet ontbreken mocht, koos Leen het nog niet eerder op muziek gezette liedje "Kattemenoeltje" uit een van haar kinderboekjes - een versje dat zij zelf tot haar liefste werk rekent. En dan op muziek gezet door Harry Bannink (zonder wie deze plaat niet mogelijk was geweest, zegt Leen), ja, wat wilt u dan nog!
ArtiestLeen Jongewaard
 A-kant
Titel De Schuld Van Het Kapitaal (Kapitalismen)
Componist(en) Per Dich / M. v.d. Plas
 B-kant
Titel Er Is Een Man Tadiere
Componist(en) H. Bannink T. van Verre
 
Platenlabel Philips
Catalogusnr JF 333 883
Album Leen Alleen


Positieverloop