Artiestinformatie
Jazz, rock, klassiek, blues, pop, vanaf eind jaren zestig weet het Amerikaanse Blood, Sweat & Tears die stijlen te mixen tot een cocktail die bij een groot publiek in de smaak valt. Neigt de groep onder leiding van oprichter Al Kooper aanvankelijk naar volvet gearrangeerde bluesrock, met de komst van zanger David Clayton-Thomas ontwikkelt men zich tot een baanbrekende fusiegroep. Imagoproblemen en interne strijd maken een einde aan het miljoenensucces en BS&T wordt een duiventil voor muzikanten.
Zomer 1967 leggen zanger/toetsenist Al Kooper, gitarist/zanger Steve Katz, bassist Jim Fielder en drummer Bobby Colomby in het New Yorkse livecircuit de basis voor Blood, Sweat & Tears. Uitgangspunt is een mix van stijlen als rock, blues en jazz, met blazers als belangrijk ingrediënt.
Al snel komt saxofonist Fred Lipsius bij de band en neemt, als de optredens aanslaan, een aantal collegablazers mee.
Bij Columbia verschijnt begin 1968 het debuutalbum Child Is Father To The Man dat lovende kritieken krijgt, maar geen groot commercieel succes is. Gevolg is een interne discussie over de vraag of bandleider Kooper wel de juiste zanger is.
Kooper stapt op en na audities treedt de Canadees David Clayton-Thomas aan als nieuwe zanger. Na nog wat personele wijzigingen telt BS&T negen leden. Zij gaan met producer James William Guercio, die ook Chicago onder zijn hoede heeft, de studio in voor het tweede, titelloze album dat begin 1969 uitkomt.
De plaat wordt een internationale hit en gaat in een miljoenenoplage over de toonbank. Drie tracks, You’ve Made Me So Very Happy, And When I Die en de Clayton-Thomas-compositie Spinning Wheel, zijn ook als single zeer succesvol.
In augustus 1969 staat de band op het Woodstock-festival en doet vervolgens, op uitnodiging van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, een tournee achter het IJzeren Gordijn. Zo verspeelt BS&T veel krediet bij het alternatieve publiek, dat weinig op heeft met de regering-Nixon.
Het derde album, dat zomer 1970 verschijnt, belandt in de VS nog wel bovenaan de albumlijst, maar is beduidend minder succesvol dan zijn voorganger. Optredens in Las Vegas en bijdragen aan de filmkomedie The Owl And The Pussycat met Barbra Streisand maken het imagoprobleem compleet.
Ook ontstaat interne strijd over de muzikale koers. Wanneer de verkoop van album nummer vier, met daarop meer eigen werk, de dalende trend bevestigt, stapt Clayton-Thomas op. Een hitcompilatie is in 1972 de laatste gouden plaat voor de groep.
Daarna vinden tal van bezettingswijzigingen plaats en gaat BS&T steeds meer de jazzkant op. Eind 1974 keert Clayton-Thomas, na het floppen van zijn solo-albums, terug op het oude nest. Gevolg is een opleving, maar als die niet aanhoudt verlaat ook het laatste originele lid, drummer Bobby Colomby, de band
Hij blijft wel de rechten houden op de naam die Clayton-Thomas, met onderbrekingen en wisselende bezettingen, tot 2004 blijft gebruiken.
Blood, Sweat & Tears viert in 2008 het veertigjarig bestaan met live-optredens waar ook mede-oprichter Steve Katz aan meewerkt.
Songtekst
I'm not scared of dying,
And I don't really care.
If it's peace you find in dying,
Well then let the time be near.
If it's peace you find in dying,
And if dying time is here,
Just bundle up my coffin
'Cause it's cold way down there.
I hear that its cold way down their.
Yeah, crazy cold way down their.
[Chorus:]
And when I die, and when I'm gone,
There'll be one child born
In this world to carry on,
to carry on.
Now troubles are many, they're as deep as a well.
I can swear there ain't no heaven but I pray there ain't no hell.
Swear there ain't no heaven and I pray there ain't no hell,
But I'll never know by living, only my dying will tell.
Yes only my dying will tell.
Yeah, only my dying will tell.
[Chorus]
Give me my freedom for as long as I be.
All I ask of living is to have no chains on me.
All I ask of living is to have no chains on me,
And all I ask of dying is to go naturally.
Oh I want to go naturally.
Here I go,
Hey Hey!
Here comes the devil,
Right Behind.
Look out children,
Here he comes!
Here he comes! Hey...
Don't want to go by the devil.
Don't want to go by demon.
Don't want to go by Satan,
Don't want to die uneasy.
Just let me go naturally.
and when I die,
When I'm dead, dead and gone,
There'll be one child born in our world to carry on,
To carry on.
Songinformatie
Trivia
Credits:
Arrangeur: Dick Halligan
Producer: James William Guerico
Het origineel is van:
1966: Peter, Paul & Mary (Bill Lee, Bass) (Producer: Albert B. Grossman) (Musical Director: Milton Okun) (Recording Engineer: Brooks Arthur) op de LP Album
[Warner Bros. WS 1648]
Cover-versie:
1967 Laura Nyro (Arranged and Conducted by: Herb Bernstein) (Produced by: Milt Okun) (Production Supervisor: Jerry Schoenbaum) (Production Assistant: Jean Goldhirsch) (Director of Engineering: Val Valentin) (Engineer: Harry Yarmark) op de LP: More Than a New Discovery
[Verve Folkways FT 3020]
Artiest | Blood, Sweat & Tears |
---|
| A-kant |
---|
Titel |
And When I Die |
---|
Lengte |
3:26
|
---|
Componist(en) |
Laura Nyro
|
---|
Producer(s) |
James William Guerico
|
---|
| B-kant |
---|
Titel |
I Can't Quit Her
|
---|
Lengte |
3:38
|
---|
Componist(en) |
Al Kooper
|
---|
|
---|
Platenlabel |
CBS
|
---|
Catalogusnr |
4491
|
---|
Hoogste positie UK |
--
|
---|
Hoogste positie US |
2
|
---|
Album |
Blood, Sweat & Tears
|
---|