Wekelijks gaan we terug naar de top 10 van de Lijst der Lijsten in een bepaald jaar. Op 5 februari 1972 hadden de Faces hun eerste grote hit met Stay With Me.
De Faces waren een vervolg op de Small Faces. Deze formatie was in de periode 1966-1968 uitermate succesvol met top 3-hits Itchycoo Park, All Or Nothing en nummer 1-hit Lazy Sunday. In 1969 verliet zanger Steve Marriott onverwachts de band, om vervolgens de groep Humble Pie op te richten. Deze band scoorde in datzelfde jaar nog een top 10-hit met Natural Born Bugie, maar veel meer liet Humble Pie niet van zich horen. Hoe anders was dat met de overgebleven leden van de Small Faces!Die strikten in Rod Stewart een opvolger voor Marriott. Tevens werd gitarist Ron Wood bij de band gevoegd. De leden veranderden hun groepsnaam in Faces. Het duurde een tijdje voordat deze nieuwe samenstelling hoge ogen ging gooien, maar in 1972 was het eindelijk zover. Met de single Stay With Me werd de vierde plaats bereikt. Het succes van de Small Faces werd echter niet meer geëvenaard. Het laatste wapenfeit van de Engelse hoofdstedelingen was Cindy Incidentally, dat in 1973 bleef steken op nummer 24.
In 1975 gingen de Faces uit elkaar, zodat Rod Stewart zijn vizier volledig op zijn solocarrière kon richten. Met de hits Maggie May/Reason To Believe (nr. 3 in 1971) en (I Know) I'm Losing You) (nr. 12 in 1972) nam hij in de jaren daarvoor een voorschot op een loopbaan als solozanger, maar in het jaar waarin de stekker uit de Faces werd getrokken, zette Stewart zichzelf definitief op de kaart als solist. Met Sailing bereikte hij in de zomer van 1975 de eerste plaats.
Zijn solocarrière was een veel langer leven beschoren dan die in de Faces. De eerste plaats werd in de Top 40 niet meer bereikt, maar met I Don't Want To Talk About It (1977), Da Ya Think I'm Sexy (1978), Passion (1980), Baby Jane (1983), It Takes Two (1990), (Waltzing Matilda) Tom Traubert's Blues (1992) en All For Love (1994) had Rod Stewart grote hits in handen. Sinds 2006 is hij Commander of the order of British Empire (CBE).
Dit is de top 10 van 5 februari 1972
1. SACRAMENTO - Middle Of The Road
De Schotse band Middle Of The Road zat middenin de hoogtijdagen van het bestaan daarvan. Eind 1971 voerde Soley Soley reeds vier weken de Top 40 aan, maar deze prestatie werd na de jaarwisseling overtroffen met Sacramento. In de Top 40 Classic stond deze plaat voor de derde week op 1 en Middle Of The Road zou daar later vier weken aan toevoegen. Opvolger The Talk Of All The U.S.A. was de laatste numer 1-hit voor de formatie uit Glasgow.
2. SCHÖNE MAID - Tony Marshall
Tony Marshall volgde weliswaar de opleiding voor operazangers, maar na de afronding daarvan in 1965 koos hij voor het populaire schlagercircuit. Deze stap bleek in 1972 uiterst succesvol, want Schöne Maid werd een grote hit. Het machtsvertoon van Middle Of The Road in deze periode stond groter succes voor Schöne Maid in de weg. Marshall moest het derhalve doen met een tweede plek. Deze lijn trok hij niet door, want opvolgers Komm Gib Mir Deine Hand en Ich Fang' Für Euch Den Sonnenschein bleven steken op respectievelijk nummer 16 en nummer 24.
3. HOW DO YOU DO - Mouth & MacNeal
4. STAY WITH ME - Faces
5. A MATTER OF FACTS - Dizzy Man's Band
De Noord-Hollandse band Dizzy Man's Band brak in 1970 door met Tickatoo. De single met de Creedence Clearwater Revival-achtige sound kwam tot de zesde plaats. A Matter Of Facts deed meer denken aan Blood, Sweat & Tears, maar ook dit geluid sloeg aan bij het grote publiek. De hoogste positie van Tickatoo werd zelfs met één plaatsje overtroffen. Voor de grootste hit moesten de manschappen uit Zaandam wachten tot 1975, toen The Opera de tweede plek haalde. In 1983 ging de Dizzy Man's Band uit elkaar.
6. (IS THIS THE WAY TO) AMARILLO - Tony Christie
7. HOOKED ON A FEELING - Jonathan King
In 1969 bracht de Amerikaanse zanger B.J. Thomas de single Hooked On A Feeling uit. In eigen land werd de vijfde plaats bereikt, maar in Nederland kwam de plaat niet verder dan de Tipparade. De Londenaar Jonathan King voorzag zijn cover van Hooked On A Feeling van ooga chaka-geluiden uit de jungle. Deze bijzondere versie sloeg duidelijk beter aan dan het origineel van B.J. Thomas en bereikte de zevende plaats in de Top 40. In 1974 bracht Blue Swede een vergelijkbare versie uit, maar deze band bleef steken op plaats 26.
8. I JUST CAN'T HELP BELIEVIN' - Elvis
Na het succes van Hooked On A Feeling scoorde B.J. Thomas in 1970 wederom een Amerikaanse top 10-hit. Dit keer luidde de titel van de single I Just Can't Help Believin'. Ook deze plaat brak hij vervolgens geen potten in Nederland. En ook deze plaat werd in een coverversie wél succesvol! Deze keer werd de versie voor de rekening genomen van Elvis Presley. The King behaalde hiermee de vierde plaats en daarmee scoorde hij zijn eerste grote hit in de jaren 70, het decennium dat hij helaas niet tot het einde mee zou maken.
9. I SAW YOU - Seemon & Marijke
Het designduo Simon Posthuma en Marijke Koger hield zich in de jaren 60 bezig met fotografie en het ontwerpen van kleding. In de jaren 70 maakte het tweetal als Seemon & Marijke de opzienbarende overstap naar de muziekwereld en met succes. Debuutsingle I Saw You schopte het zelfs tot de tweede plaats! Seemon & Marijke bleken echter eendagsvliegen, want opvolger Keep On Keepin' On bleef steken in de Tipparade.
10. COZ I LUV YOU - Slade
