In 1989 was Tone Lõc een grote verrassing in de Top 40 die, uit het niets, een top 3-hit wist te scoren.
Antony Terell Smith, zoals de rapper in het dagelijks leven heet, vond de basis in het nummer Jamie’s Cryin’ van Van Halen. De Amerikaanse hardrockband maakte het nummer in 1977 voor hun debuutalbum en Lõc maakte dankbaar gebruik van de gitaarriff en de drumbreak. In eerste instantie kwam er geen reactie maar het management wilde er munt uit slaan. Een eerste voorstel van 5.000 dollar werd afgeslagen waarna een rechtszaak volgde met een boete voor Tone Lõc van 180.000 dollar. Eddie Van Halen liet later weten dat hij niet eens had herkend dat zijn muziek was gebruikt: “We hebben er in ieder geval iets voor gekregen. Tone Lõc en zijn mensen hebben er miljoenen aan verdiend.”
Later in 1989 scoorde Lõc nog een bescheiden Top 40-hit met Funky Called Medina. Daarna bleef I Got It Goin’ On steken in de Tipparade. Zijn album Lõc-ed After Dark werd in de Verenigde Staten dubbelvoudig platina. De man met de lage stem kreeg daarna wat filmrolletjes (onder meer in Ace Ventura) en profiteert nog steeds van zijn wereldhit. De laatste jaren komt hij geregeld in aanraking met de politie, onder meer voor ruiden onder invloed en huiselijk geweld.
Wild Thing werd op zijn beurt weer de basis van een versie die Bob Sinclar en Snoop Dogg maakten met de tekst van de hit uit 1989.